Ik haat hem. Ik haat hem. Ik haat hem. Ik haat hem.
Hij is een klootzak. Een egoïstische, egocentrische klootzak, die alleen maar aan zichzelf denkt.
Hij MOET van me houden. Hij moet, hij moet hij moet hij moet. Hij mag niet met een ander aan de rol. Ik weet zeker dat hij bij een andere vrouw is nu. Ik weet het zeker. Voor haar heeft hij wel aandacht, bij haar heeft hij geen spierpijn, met haar zal hij wel praten, ja hij zal antwoord geven op alles wat ze zegt, bij haar zit hij niet de hele dag op de chaise-longue een beetje voor zich uit te staren. Het is oneerlijk, het is niet eerlijk, het is onrechtvaardig, ik zorg voor hem, ik laat hem op alle mogelijke manieren merken dat ik van hem hou, hij hoort bij mij, ik hoor bij hem, ik ben Barbie, hij is Ken, hij kan niet met een ander zijn, hij is van mij, het kan niet, het past niet, hij moet zich voor mij openstellen, er is niemand die hem zo goed begrijpt als ik, weet hij dan niet dat ik ziek ben, dat ik ziek ben geworden gisteravond, dat ik koorts heb, dat hij voor me moet zorgen, ik zorg toch ook voor hem?, hij moet hierheen komen en voor me zorgen, het moet hem kunnen schelen, en hij moet me mooi vinden, hij moet alleen aan mij denken, het kan niet anders.

0000